Ruim een jaar geleden schreef Marc van Oostendorp een stukje over het -s‘je achter veel in woordgroepen als ‘veels te interessant’. Hij ging in op twee vragen waar taalkundigen al een hele tijd over nadenken: waar komt het -s‘je vandaan en hoe zit een constructie als ‘veels te interessant’ in het hoofd van moderne sprekers? Misschien kan ik met wat Noord-Nederlandse streektaalgegevens een klein beetje aan de beantwoording van die twee vragen bijdragen.

[Klik hier om de hele column op neerlandistiek.nl te lezen.]